Nieuwe baan in Den Haag

Kort voor mijn vertrek bij FRISS had ik drie sollicitatieprocedures naast elkaar lopen. Uiteindelijk tekende ik bij een IT-bedrijf in Den Haag, wat chipkaarten, chipkaartprinters en de software om ze te beheren verkoopt. Ik ben in maart bij hen gestart. Eerst schrijf ik over de sollicitaties, daarna mijn nieuwe werkgever.

De eerste sollicitatie was bij het Ministerie van Financiën voor een baan als (junior) beleidsadviseur. Ik kwam door de briefselectie heen. Omdat ik deze baan zo graag wilde bereidde ik mijzelf extra goed voor op het gesprek. Ik heb het zelfs geoefend met een loopbaanadviseur, iets wat ik nog niet eerder had gedaan. Ik dacht dat het gesprek goed ging, maar ik heb blijkbaar altijd te maken met zeer kieskeurige mensen aan de andere kant van de tafel. Nadat ik was afgewezen vroeg en ontving ik uitgebreide terugkoppeling, maar ik was te zeer teleurgesteld om het goed te onthouden. Wat wel bleef hangen was een opmerking over onvoldoende analytische vaardigheden, wat toont hoezeer die mensen niet bereid zijn om verder te kijken dan de eerste indruk, naar bewezen prestaties. Zoals een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift, wat de meeste andere kandidaten niet gehad zouden hebben. Als dat geen analytische vaardigheden onderschrijft, wat dan wel?

De afwijzing voelde vernietigend. Waarom wil het lot niet dat ik een baan krijg waar ik voor heb gestudeerd, als bestuurskundige? Mijn vermoeden is dat er relatief veel sollicitanten zijn voor banen als beleidsadviseur, terwijl het IT-personeel relatief schaars is. Niet lang na de afwijzing kwam de cognitieve dissonantie. Ik was het zat om naar banen in de publieke sector te solliciteren, zeker na de realisatie dat mijn huidige salaris bij mijn nieuwe werkgever overeenkomt met de ondergrens van het salaris van een senior (!) beleidsadviseur. Ik kan anticiperen wat er gebeurt met mijn salaris als ik nog wat meer ervaring opdoe en certificeringen zoals Scrum Master en Lean Six Sigma binnenhaal.

Ik had twee andere sollicitatieprocedures, nadat twee rekruteerders mij hadden uitgenodigd. Natuurlijk voelde het goed om uitgenodigd te worden in plaats van zelf het initiatief te moeten nemen. Een van deze bedrijven was Doculayer, wat een Enterprise Content Management systeem bouwt. Ik hield van de diversiteit in hun personeelsbestand, was onder de indruk van hun product en vond hun kantoorgebouw mooi. Ik was minder te spreken over hun locatie vlakbij de A12 en de lange afstand naar hun kantoor met de fiets, wat gebruik van openbaar vervoer noodzakelijk maakte. Het salaris was aantrekkelijk, maar mijn huidige werkgever bood nog meer.

Het bedrijf van mijn huidige werkgever is veel kleiner, met een onopvallend kantoor in een voormalig woonhuis. Waar ik bij FRISS werkte met collega’s uit alle vier windstreken zijn al mijn huidige collega’s blank en man. Maar aan de andere kant kan ik het kantoor in een half uur met de fiets bereiken. Het ligt in een leuke wijk met een mooi park vlakbij. Het goede salarisaanbod kwam nadat ik hun rekruteerder had verteld dat ik het moeilijk vond om te kiezen tussen Doculayer en mijn huidige werkgever. Zoals bekend uit mijn vorige post ben ik er € 1.000 in bruto salaris op vooruit gegaan. Voor het eerst voel ik mij gerespecteerd en gewaardeerd door mijn werkgever, in plaats van een vervangbare pion om winst binnen te harken.

In tegenstelling tot het gesprek bij het het Ministerie van Financiën had ik geen speciale voorbereiding getroffen voor de gesprekken bij deze twee bedrijven. Ik was gewoon mijzelf en stelde grofweg net zoveel vragen als ik er had beantwoord. Misschien liet ik bij hen ook geen goede indruk achter en waren ze zo wanhopig op zoek naar nieuw personeel dat zij mij toch kozen? Of misschien deed ik het wel goed in deze gesprekken terwijl het ministerie op zoek was naar eenhoorns en veel keuze had? Ik heb geen idee.

Mijn baan is uitdagend. Ik moet van de grond af aan de producten en software van ons bedrijf leren kennen omdat het zo anders is dan de software van FRISS. De documentatie kan verbetering gebruiken. Veel processen leiden onder te veel administratie en kunnen worden geoptimaliseerd. De ERP-software die we veel gebruiken, SAGE, voldoet niet en zou vervangen moeten worden. We gebruiken een oude versie van SAGE gebaseerd op Microsft Access (!) en door ons zelf gehost. Deze is erg traag en gebruiksonvriendelijk. Aan de IT Service Management kant is er redelijk incident management, maar bij problem management is er nog een wereld te winnen. We zouden het aantal binnenkomende incidenten fors kunnen reduceren als we meer tijd besteden aan het oplossen van de oorzaken ervan. We hebben betere monitoring software nodig zodat we gelijk geïnformeerd worden als zakelijk kritische systemen onderuit gaan.

Uiteraard houd ik van uitdaging. Echter, de realiteit is dat ik mijn reguliere werk al nauwelijks kan bijhouden. Dat bestaat voornamelijk uit het oplossen van incidenten met onze software, inkooporders plaatsen en inkomende en uitgaande verzendingen verwerken. Ik heb niet genoeg tijd, het voelt alsof ik zo druk ben met water uit mijn boot hozen dat ik geen gelegenheid heb om het lek in de romp te dichten. Ik hoop meer efficient in mijn dagelijkse werk te worden gedurende de komende maanden en zo meer tijd kan vrijmaken voor structurele verbeteringen.

Er is echter een andere kwestie waar ik mij meer zorgen over maak. De samenwerking met een van mijn directe collega’s is zeer stroef. Ik ervaar dat hij mij met minachting behandeld, alsof ik een onervaren stagiair ben in plaats van zijn collega. Hij werkt langer bij het bedrijf, is meer ervaren en heeft onrealistische verwachtingen over hoe snel ik mijzelf kan inwerken. De grote meerderheid van de interacties die hij met mij heeft zijn negatief omdat hij altijd over mij klaagt. Hoewel hij niet mijn manager is ‘micromanaged’ hij mij vaak en geeft hij mij orders. Wanneer ik hem vragen stel over hoe ik meer complexe problemen moet oplossen, antwoord hij vaak met de vraag “Wat denk je zelf?”, alsof het een examen is. Ik ervaar dit als zeer neerbuigend.

Ik acht mijzelf makkelijk in de omgang en kan goed overweg met al mijn andere collega’s bij mijn nieuwe werkgever. Ik had wel een directe collega bij FRISS waar ik regelmatig mee botste, maar uiteindelijk kreeg ik wel een professionele verstandhouding met hem die ons in staat stelde om goed samen te werken. Ik mocht hem nog steeds niet op persoonlijk vlak, maar ik kreeg wel respect voor hem als collega. Maar met deze man nu weet ik het niet. Ik weet niet of het puur passief-agressief gedrag is of een gebrek aan sociale vaardigheden. Tot zover ben ik mij iets meer assertief tegenover hem gaan opstellen en negeer ik zijn geklaag en meer contraproductieve advies, maar dat is geen weg die ik verder wil volgen.

Ik dacht dat ik het een paar maanden zou slikken en wachten om te zien of onze samenwerking zou verbeteren, maar vier maanden verder is dat nog niet gebeurd. Deze kwestie heeft ook een sterk negatieve invloed op mijn werkplezier. Als het langer doorgaat, zou ik er zeker een gesprek met hem over moeten hebben. Het feit dat ik dat gesprek al zo lang uitstel vertelt mij dat ik het blijkbaar lastig vind en het wil vermijden.

Opmerking 17-12-2018: op verzoek van mijn werkgever heb ik de naam van mijn werkgever geanonimiseerd.

1 gedachte over “Nieuwe baan in Den Haag”

  1. Pingback: Hoe praat je met een collega over stroeve samenwerking? – Information Overload

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven