In de literatuur die ik bestudeerde voor colleges bestuurlijke informatica las ik over een interessant verschijnsel, de virtuele organisatie. Organisaties die niet fysiek bestaan, zonder een centrale geografische locatie waar productie plaatsvindt. Organisaties die afhankelijk zijn van ICT om te bestaan.
Veel traditionele organisaties die bestonden voor de opkomst van het internet, bevatten onderdelen die nu de kenmerken van een virtuele organisatie hebben, echter blijven zij toch nog traditionele organisaties omdat zij nog steeds een kantoorgebouw bezitten waar de productie plaatsvindt. Er zijn echter ook organisaties die bijna volledig virtueel zijn, ik denk hierbij vooral aan de manier waarop vrijwilligers software ontwikkelen en zich organiseren via het Internet.
Voorbeelden zijn software zoals Linux, KDE en GNOME. Al deze drie organisaties hebben een aantal dingen gemeen. Ze begonnen met een of iets meer mensen die een visie hadden voor software die zij wilden ontwikkelen. Zij gaven hun ideeën en streven bekendheid door posts te plaatsen in nieuwsgroepen. Zodoende raakten meer softwareontwikkelaars geïnteresseerd om de initiatiefnemers te assisteren. Vandaag de dag zijn alle drie voorbeelden die ik heb genoemd zeer succesvol geworden. Honderden mensen van over de hele wereld leveren een bijdrage. Zij communiceren via mailing lists, IRC en websites en weblogs. De bijdragen (software code, maar ook bijvoorbeeld documentatie en vertalingen van de software) voor de software worden geüpload naar een revision control systeem. De manier waarop beslissingen tot stand komen lijkt sterk op een combinatie van meritocratie en democratie, er geen sprake van een hiërarchie binnen deze virtuele (vrijwilligers) organisaties in tegenstelling tot traditionele organisaties. De enigste kenmerken van traditionele organisaties zijn terug te vinden in het bestaan van de ‘officiële’ non-profit organisaties zoals de GNOME Foundation en de KDE e.V. die grote projecten als GNOME en KDE nodig hebben om zich te presenteren voor contact met de pers en andere organisaties, voor het afhandelen van financiële zaken, enzovoort.
In dit opzicht is de opkomst van het Internet misschien wel een stille revolutie, de werkelijke waarde en invloed van Internet wordt niet genoeg gezien. De drie virtuele organisaties die ik genoemd heb zouden zonder Internet nooit hebben kunnen bestaan. En ondertussen gaat de ontwikkeling van het gebruik van Internet nog steeds in een stroomversnelling door, met Web 2.0-achtige websites zoals Wikipedia en Hyves.
Ik zie het Internet daarom als belangrijker voor organisaties dan internetgebruikers als individu. Voor het individu biedt het Internet enkel een makkelijkere manier om iets te doen wat al mogelijk was, telecommunicatie. Maar voor organisaties biedt Internet een werkelijk unieke functionaliteit, een nieuwe manier van organiseren.